Maakt digitalisering onze kinderen dom, ziek en ongelukkig?
De trend van digitalisering is niet te stoppen. De kinderen van nu groeien op met allerlei digitale middelen zoals tablets, laptops en smartphones. Op die manier hebben zij makkelijker dan ooit toegang tot allerlei soorten informatie. Naast het buitenspelen zoals huttenbouwen en tikkertje en binnenspellen zoals knutselen en bordspellen, heb je nu ook digitaal spelen op de digitale middelen zoals ipads, telefoons en laptops.
Steeds meer schermtijd
Uit cijfers en wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat:
- 25% van de gezinnen over minimaal vijf schermen beschikt.
- De tijd die al deze schermen opeisen gaat consequent omhoog (iMinds en Digimeter, 2017)
- Van de twaalfjarigen 94% een mobiele telefoon heeft en 5% van de vijfjarigen ook (CBS, 2016).
- Nederlanders gemiddeld 8 uur en 45 minuten per dag besteden aan media. Hieronder vallen ook nevenactiviteiten zoals het luisteren van muziek (SCP, 2016).
Als kinderen niet buitenspelen om tikkertje te doen of te voetballen, zitten ze dus binnen achter deze digitale devices. Digitaal spelen is de eerstgenoemde activiteit na buitenspelen. Pas daarna komt al het andere spel zoals knutselen, bouwen en bordspelen.
Door de digitale ontwikkelingen is dus veel veranderd in de manier waarop kinderen spelen. Er is nauwelijks wetenschappelijk onderzoek over hoe kinderen spelen met deze digitale middelen. Wat doen ze dan en waarom? Praten ouders erover met hun kinderen? Wat leren kinderen ervan, en hoe kijken ouders daar tegenaan? Op welke leeftijd kunnen ze goed zelfstandig met een tablet aan de gang?
Laat kinderen samen gamen
Ouders zeggen vaak dat digitaal spelen leerzaam moet zijn: educatief. Op Youtube bijvoorbeeld leren kinderen hoe dingen werken, wat andere kinderen leuk vinden en wat ertoe doet en wat niet. Zo kijken veel kinderen via YouTube naar hoe anderen hun favoriete game spelen. YouTube is niet alleen een plek om te spelen, maar daarmee ook een belangrijke socialiserende factor geworden.
Gamen wordt door veel ouders als iets negatiefs gezien. Maar het hoeft niet slecht te zijn, zegt gedragspsycholoog Geert Verheijen. Hij is onderzoeker gedragspsychologie aan de Radboud Universiteit en promoveerde onlangs op de sociale gevolgen van gamen. Samen gamen kan gevoelens van eenzaamheid tegengaan, ontdekte hij. Hij vroeg de jongeren ieder jaar hoe eenzaam ze zich voelden. “Bij de groep die vooral alleen videogames speelde, zagen we een stijgende eenzaamheid. Jongeren die vooral met anderen gameden, waren juist minder eenzaam.” Hij plaatst daarbij wel de kanttekening dat gamen niet het enige moet zijn dat de kinderen doen. En als kinderen gaan gamen om te ontsnappen aan hun dagelijkse problemen is dat ook alarmerend.
Kans op bril groter door schermen
Een ander nadeel van het van dichtbij op een scherm kijken is dat de ogen in verhouding te ver door groeien. Hierdoor ontstaat bijziendheid: een kind kan veraf niet meer goed zien en heeft een bril nodig. Uit onderzoek van het Oogfonds blijkt dat 1 op de 2 kinderen bijziend wordt. Het Oogfonds komt met een praktische reminder: 20-20-2. Na 20 minuten schermtijd, laat je je kind 20 seconden ver kijken. Dat kan spelenderwijs: zoeken naar vogels in de bomen of even voetballen. Daarnaast is het belangrijk dat een kind 2 uur per dag buiten is, inclusief de pauzes en wandelingen naar school. Zo houden we ogen gezond. Deze regel geldt voor kinderen en jongvolwassenen tot 20 jaar.
Neuroloog Spitzer zegt dat hersenen zich alleen kunnen ontwikkelen als ze een wisselwerking met de buitenwereld aangaan. Daarvoor moeten ze alert en geconcentreerd zijn. Het intensieve gebruik van digitale media hindert beide vormen van aandacht – kinderen worden er overdag vermoeider van en het hindert onze selectieve aandacht.
De vraag of digitalisering onze kinderen dom, ziek en ongelukkig maakt, lijkt nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Wel kan er worden geconcludeerd dat het beter is om samen te gamen.
Weten hoe Pleintje dat doet? Neem een kijkje op de website!